'Vanaf de Bunnikside werd lang 'alle boeren zijn homo's' gezongen''
Volgens Thijs Smeenk wordt in het betaald voetbal nog te weinig gedaan om homodiscriminatie tegen te gaan. Als de sportjournalist van het ANP in een voetbalstadion is, hoort hij met regelmaat homofobe spreekkoren voorbij komen.
"De eerste wedstrijd van dit jaar waarbij ik op de tribune zat, was NAC-PSV, voor de beker. Er waren regelmatig spreekkoren over homo’s", vertelt Smeenk in een interview met Trouw. "Ook in de vijf wedstrijden erna tot de coronabreak hoorde ik in de stadions homofobe spreekkoren."
"Ach joh, trek het je niet aan, hoor ik dan. Hoe is dat voor een voetballer die op het veld staat en homo is?", vraagt Smeenk zich hardop af. "Die kijkt wel uit om uit de kast te komen: dan maar ongelukkig doorvoetballen. Er is veel verborgen leed in het voetbal."
"Eind vorig jaar droegen alle aanvoerders een regenboogband. Een goede actie, ik hoop dan dat kinderen voor de tv vragen: wat is dat, wat betekent dat? In dat weekend was ik zelf bij FC Utrecht-PSV. De aanvoerders droegen die band. Vanaf de Utrechtse Bunnikside werd minutenlang 'alle boeren zijn homo's' gezongen. Niemand keek ervan op. De scheidsrechter zou ook eens kunnen zeggen; we gaan allemaal naar binnen. Ik zit daar op te wachten", besluit Smeenk.