Marcel van Roosmalen cynisch: "PSV-supporters hebben iets eenzaams"
Marcel van Roosmalen deed zaterdagavond een lezing in Veldhoven, maar besefte zich niet dat hij op de terugweg in dezelfde trein zou terechtkomen als veel PSV-fans die de wedstrijd tegen NEC bezochten. In het Philips Stadion werd met 4-0 gewonnen van de Nijmegenaren.
"Het was geen jongensdroom om tussen duizenden PSV-supporters op de laatste intercity naar het westen te staan wachten", schrijft Van Roosmalen in zijn column in het NRC . "Dat is die droge, dat is dat stuk beschuit', hoorde ik ze over mij zeggen. Ik kreeg een blikje Hoegaarden Wit aangeboden. In de trein werd gezongen, het clublied van PSV en een lied waarin alle helden uit heden en verleden aan bod kwamen." "PSV-supporters hebben iets eenzaams, zelfs als ze in een groep zijn", gaat Van Roosmalen verder. "Voorbij Den Bosch werd het rustiger. Er gingen voorzichtig al wat sweaters over de voetbalshirts, PSV-supporter ben je in een cirkel van dertig kilometer om Eindhoven, daarna wordt het gevaarlijk", constateert hij.
"Achter me spraken drie dertigers over het machtige gevoel dat ze bekroop tijdens RKC Waalwijk – PSV, een week eerder", vervolgt de schrijver. "Het halve stadion was voor PSV. Er was een opstootje geweest toen acht RKC-supporters de hoofdtribune bestormden om wat PSV’ers ‘af te slaan’, maar die trokken zich schielings terug toen ze ontdekten hoeveel er daar voor PSV waren. Voor de lezers: RKC heeft een heel klein stadion." "Na Utrecht CS werd het stil. Ze waren nog met een man of tien. De jongen die kilometers eerder nog ‘boeren-boeren’ had gebruld zat nu stilletjes in een boek te lezen, The Maniac van Benjamin Labatut. Desgevraagd zei hij dat hij Peter Bosz een goede trainer vond, misschien iets ‘te westers’. Later wilde hij helemaal niet meer over voetbal praten. Op Amsterdam CS stapten de laatste PSV-supporters uit, ze hadden vaker met elkaar in de trein gezeten, maar hadden verder niets met elkaar", aldus Van Roosmalen.