Ismael Saibari: "Vind het vaak wel iets te veel ‘poppenvoetbal’"

"In België ligt de focus op ‘simpel spelen’. Een actie is al snel te veel ‘show’ in de ogen van een Belg. Ik heb dus ook geleerd: simpel spelen en na je pass gelijk doorbewegen. Maar persoonlijk vind ik het vaak wel iets te veel ‘poppenvoetbal’ in België. Een term voor weinig ‘leven’ in het spel, om het zo te zeggen. Voor buitenspelers bijvoorbeeld is de opdracht strikt: bal aannemen en voorzet geven of aannemen en terugspelen. Al het andere is al snel te veel ‘show’. Ik was eerst aanvaller, later middenvelder, en heb toch altijd iets van avontuur en risico in mijn spel proberen te behouden. Dat botste soms met wat jeugdtrainers wilden, bij Anderlecht bijvoorbeeld, waar ik weg moest" vertelt Saibari.

"Ik speelde daarvoor bij Beerschot, daarna bij KV Mechelen en Racing Genk", vervolgt hij. "Bij die laatste club kreeg ik Kevin Van Dessel als jeugdtrainer en die zei: ‘een Nederlandse club zou goed bij jou passen’. Hij had zelf bij Roda JC gespeeld, als middenvelder. Hij vond het juist mooi als ik acties maakte. Hij moedigde dat aan. In 2020 meldde PSV zich. Een Nederlandse club… Ik werd die zomer 19 en zou bij PSV in de beloftenploeg komen, net als bij Genk, maar met één groot verschil: Jong PSV, dat was al profvoetbal in een grote mannencompetitie. In België was een tweede elftal nog jeugdvoetbal. Nederland heeft dat écht goed voor elkaar, die beloftenteams in de Keuken Kampioen Divisie. In België is het intussen ook ingevoerd", besluit de PSV'er.