Brands onthult: "Om van dure of overbodige spelers af te komen"
Marcel Brands begon in 2010 als technisch directeur bij PSV, met een duidelijke opdracht: de selectie moest worden verjongd en verlaagd in kosten. De club had het jaar ervoor opnieuw de Champions League gemist en de salarissen waren simpelweg te hoog.
"Onze salarishuishouding was op dat moment te hoog", vertelt Brands aan het Algemeen Dagblad. Om de kosten te verlagen, schakelde Brands de hulp in van zaakwaarnemers, waaronder de bekende 'huismakelaar' Vlado Lemic. "Zeker om van dure of overbodige spelers af te komen, kunnen zaakwaarnemers heel bruikbaar zijn. Ze kennen de markt en de prijzen, hebben vaak een groot netwerk. Aan de uitgaande kant zie ik daar weinig bezwaren tegen, en dat bleek ook wel, want we slaagden die zomer in onze opdracht", aldus de technisch directeur. Onder Lemic’s invloed werden spelers als Danko Lazovic en Carlos Salcido verkocht, wat resulteerde in een succes voor de club.
Brands benadrukt echter dat de invloed van makelaars niet alleen moet liggen bij het wegbrengen van spelers. De echte uitdaging ligt volgens hem in de invloed die zaakwaarnemers kunnen hebben bij de inkomende transfers: "Ik vind dat je inkomende transfers als club altijd zélf in de hand moet houden."
In de jaren voor Brands' komst naar PSV speelde Lemic al een belangrijke rol in het transfertbeleid van de club. Deze invloed van makelaars werd vergelijkbaar met de situatie bij Feyenoord, waar Rob Jansen eveneens bepalend was voor belangrijke aanwinsten: "Natuurlijk probeer je zoveel mogelijk informatie te verzamelen, ook bij een zaakwaarnemer. Maar als het om scouting gaat, of om de zakelijke kant, hebben we bij PSV meer dan genoeg mensen met kennis in huis."